Nieuws

Belastingplan 2024: wijzigingen in de bedrijfsopvolgings­faciliteiten

De overdracht van een bedrijf betekent dat de ene ondernemer (deels) ophoudt met ondernemen. Dat is voor de fiscus normaal gesproken reden om belasting te heffen. Omdat het risico bestaat dat voor die belastingheffing gelden uit de onderneming moeten worden opgeofferd, bestaan er faciliteiten om bij reële bedrijfsoverdracht vrijstellingen te verlenen of de belastingheffing naar de (verre) toekomst door te schuiven. Deze bedrijfsopvolgingsfaciliteiten hebben een grote aantrekkingskracht en staan daardoor al vele jaren in de belangstelling. De regelingen worden de komende jaren aangepast om zo beter en gerichter te kunnen worden toegepast.

Doorschuifregeling aanmerkelijk belang en bedrijfsopvolgingsregeling

De belastingsoorten waar het hierom draait, zijn de inkomstenbelasting en de schenk- of erfbelasting. Voor de inkomstenbelasting kan het gaan om ondernemers in de inkomstenbelasting (box 1) of DGA’s (box 2). Bij DGA’s wordt gesproken over de doorschuifregeling aanmerkelijk belang (DSR-ab). De schenkbelasting speelt een rol bij overdracht tijdens leven voor een lager bedrag dan de werkelijke waarde. De erfbelasting speelt een rol bij de (automatische) overdracht na overlijden. De faciliteit in de schenk- of erfbelasting wordt aangeduid als bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Bij bedrijfsoverdracht kunnen ook nog andere belastingsoorten een rol spelen, maar die worden hier verder niet behandeld.

De DSR-ab en BOR kunnen alleen worden toegepast voor zover sprake is van echt ondernemingsvermogen waarmee een onderneming wordt gedreven. Voor beleggingsvermogen kunnen de faciliteiten niet worden toegepast en daarvoor moet bij de overgang dus gewoon belasting worden betaald.

De wijzigingen worden gefaseerd ingevoerd, waarbij de wijzigingen voor 2024 en 2025 reeds gedetailleerd zijn uitgewerkt. De wijzigingen voor 2026 zijn al wel aangekondigd maar nog niet in het Belastingplan opgenomen. Daarvan vernemen we over een jaar meer.

Verhuurd vastgoed = beleggingsvermogen (2024)

De Belastingdienst hanteert als uitgangspunt dat verhuurd vastgoed altijd beleggingen zijn en dus geen gebruik kunnen maken van de DSR-ab en BOR. Onder bijzondere omstandigheden moet dit uitgangspunt wijken. Daarover wordt dan ook veel discussie met de Belastingdienst gevoerd, waaraan de Belastingdienst onevenredig veel tijd kwijt is. Reden voor de wetgever om wettelijk te bepalen dat verhuurd vastgoed per definitie beleggingsvermogen is. Bij gemengd gebruik (in ruimte en/of in tijd) moet een knip worden gemaakt.

Afschaffing doelmatigheidsmarge BOR (2025)

Als sprake is van zowel ondernemings- als beleggingsvermogen, kan de afbakening problemen opleveren. Vandaar dat omwille van eenvoud fictief nog 5% bij het ondernemingsvermogen mag worden opgeteld. Deze doelmatigheidsmarge wordt voor de BOR per 2025 afgeschaft. Afschaffing van de doelmatigheidsmarge voor de DSR-ab is ook voorgenomen, maar de invoeringsdatum daarvan is nog niet bekend.

Geen faciliteiten voor zover bedrijfsmiddelen privé worden gebruikt (2025)

Bedrijfsmiddelen die zowel zakelijk als niet-zakelijk worden gebruikt, vormen doorgaans keuzevermogen. De ondernemer kan dan, binnen de grenzen van redelijkheid, kiezen om het bedrijfsmiddel geheel tot het ondernemingsvermogen te rekenen. Voor de toepassing van de DSR-ab en de BOR kwalificeert het gehele bedrijfsmiddel dan als ondernemingsvermogen, ondanks het gedeeltelijke privégebruik.

Met ingang van 2025 moet een splitsing worden aangebracht als een bedrijfsmiddel op het moment van overdracht een waarde van € 100.000 of meer heeft. Op het niet-zakelijke deel kan dan geen faciliteit meer worden toegepast.

Dienstbetrekkingseis vervalt (2025)

Voor de DSR-ab bij overdracht tijdens leven geldt de aanvullende eis dat de opvolger minimaal 36 maanden onafgebroken in dienst van de onderneming moet zijn geweest. Er worden echter geen eisen gesteld aan de omvang van kwaliteit van het werk. Daarom is dit vereiste een wassen neus, die komt te vervallen en wordt vervangen door een minimumleeftijd van de opvolger.

Minimumleeftijd bedrijfsopvolging (2025)

Ter vervanging van het dienstbetrekkingsvereiste wordt een minimumleeftijd van de bedrijfsopvolger geïntroduceerd. Deze geldt voor de DSR-ab én de BOR bij overdracht tijdens leven (schenking). Voor de DSR-ab is dat logisch omdat de dienstbetrekkingseis voor die faciliteit komt te vervallen. Voor de BOR is deze eis nieuw en dus een aanscherping. Voor de overdracht na overlijden geldt de minimumleeftijd niet voor de DSR-ab en BOR.

Aanpassing vrijstelling BOR (2025)

De BOR kent een aanzienlijke vrijstelling voor de schenking of erfenis met ondernemingsvermogen. Op het niveau van de onderneming geldt een volledige vrijstelling over ruim € 1,2 miljoen en voor het meerdere een vrijstelling van 83%. Een kind betaalt daardoor nooit meer schenk- of erfbelasting dan 3,4% over de waarde van de onderneming. Dit geldt zowel voor ondernemingen in de inkomstenbelasting als voor ondernemingen in de BV.

Deze vrijstelling wordt met ingang van 2025 enigszins aangepast. De 100%-vrijstelling gaat gelden voor de eerste € 1,5 miljoen. Voor het meerdere daalt de vrijstelling naar 70%. Voor ondernemingen met een waarde van minder dan circa € 2 miljoen, betekent dit een verbetering. Maar voor ondernemingen met een hogere waarde levert dat een hogere belastingheffing op. Afhankelijk van de waarde van het bedrijf kan het daarom raadzaam zijn de schenking nog vóór 2025 uit te voeren of juist te wachten tot 2025. Overigens spelen bij een bedrijfsoverdracht buiten de fiscaliteit nog veel andere aspecten een belangrijke rol, zoals emoties, de capaciteiten en wensen van de (beoogde) bedrijfsopvolger, de financiën van de overdrager, etc.

Update: op 27 oktober heeft de Tweede Kamer ingestemd met het Belastingplan 2024. Hierbij heeft de Kamer besloten om het percentage van de tweede vrijstelling te verhogen van 70% naar 75%.

Aanpassingen per 2026

De exacte vormgeving van de volgende maatregelen is nog niet bekend, maar nu is al aangekondigd dat de volgende zaken per 2026 worden aangepast:

  • De faciliteiten zijn alleen nog maar van toepassing als minimaal 5% van de reguliere aandelen worden overgedragen. Bijzondere aandelen lijken dan niet langer te delen in de DSR-ab en de BOR.
  • Een van de voorwaarden voor toepassing van de BOR is dat de overdrager de onderneming al minstens 5 jaar (bij schenking) of 1 jaar (bij overlijden) moet hebben gedreven. Een andere voorwaarde is dat de opvolger de onderneming minstens vijf jaar moet voortzetten. De bezits- en voortzettingseisen zijn zeer strikt. Deze voorwaarden worden versoepeld, al is nog niet exact bekend waaruit de versoepelingen bestaan.
  • Constructies worden bestreden. Gedacht wordt aan situaties waarin iemand op hoge leeftijd nog een onderneming aankoopt, de zogenaamde rollator-investering.

Meer weten?

Wilt u meer weten over de gepresenteerde plannen in het Belastingplan 2024? Via onze Belastingplan 2024 kennisbank houden we u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en de voor u belangrijke informatie. Heeft u vragen of wilt u advies over wat de nieuwe belastingplannen voor u betekenen? Neem dan gerust contact met ons op. Ons team van adviseurs staat graag voor u klaar met professionele ondersteuning en persoonlijk advies.

mr. Sebastian van Wijk RB

010 - 31 38 562

06 - 20 79 51 42